Saturday, August 22, 2009

Namaste India, nomoshkar Kolkata!

De eerste week India is al achter de rug wanneer ik dit schrijf. Kolkata is een stad die raast als een trein en dat zul je als toerist geweten hebben. De indrukken die ik hier al opgedaan heb, zijn gigantisch overweldigend, maar toch lijkt het allemaal zo snel te wennen dat ik al goed moet nadenken welke rariteiten zeker te vermelden.
Bij onze aankomst vorige week waren we doodmoe, geladen met een natte rugzak (hello monsoon!) en een beetje wantrouwig. Zoals ons aangeraden namen we een prepaid cab aan de luchthaven. We kwamen in een schammel (jaren `70?) doch schattig taxi`tje terecht bij een sympathieke chauffeur die ons het komende 1.5uur op onze eerste blik op Kolkata zou trakteren. Het was een helse rit: soms razend snel, soms gigantische files, door grote straten zonder rijvakken waarop auto`s (de een al bouwvalliger dan de ander), vrachtwagens die soms ook dienst doen als bus, taxi`s, autoriksha`s (ofte: taxitriporteurkes zonder deurkes), fietsriksha`s, riksha`s die door mannen in looppas getrokken worden, fietsers, voetgangers en ook een hele beestenboel kriskras door elkaar laveren.


Langs de kanten van de weg (bezwaarlijk voetpaden te noemen) zien we vooral heel veel mensen, maar ook allerlei beesten, handeltjes in fruit naast handeltjes in auto-onderdelen naast handeltjes in onderbroeken enzovoort, vuilnis, bouwwerven (met scheve stellingen, gesjord met bamboetakken), bruggen in opbouw met dito stellingen. Een voorbeeld (bovenaan in het midden zie je 2 construction workers):


Overal staan hutjes opgetrokken uit alles wat je maar kan bedenken en heel veel mensen, of had ik dat al gezegd? Het is broeierig warm, het lawaai is oor-ver-do-vend en de open taxiramen halen een vreselijke stank binnen! Die drie kenmerken vormen (in die volgorde in stijgende lijn), de grootste aanpassingen van de eerste dagen. In stijgende lijn, want aan die stank kan ik nog steeds niet wennen (ook niet nu de weinige kleren die ik meeheb ALLEMAAL gelijk stinken). Het contrast met onze guesthouse is (gelukkig) groot: airco, stilte, propere zetels en een neutraal parfum...
Contrast is zo een beetje het kernwoord dat je nodig hebt om India te beschrijven: luid en stil, heet en koud (as in: veel te koude airco), straatarm en stinkend (pun intended) rijk (we hebben hier zowaar al enkele getunede mini`s zien voorbij tsjezen!),... Ik kom er later nog toe om hierover uit te breiden. Het belangrijkste voor nu zal wel zijn dat we het tiptop stellen (in hoofd, hart EN darmen!) en dat het land ons heel hartelijk welkom heet.

1 comment:

  1. Amaai, die stelling. Had je niet geschreven dat er mannen stonden, ik had zo nooit gevonden!

    Blij dat je het tiptop stelt! Doe zo verder!

    ReplyDelete